Is de bron in mijn tuin van mij?
Alles over het juridisch kader:
Bronnen zijn juridisch gezien een complex gegeven. Het juridische onderzoek speelt zich dan ook af op twee luiken:
- Wat zijn mijn eigendomsrechten?
- Wat houdt het wettelijk kader in?
Wat zijn mijn eigendomsrechten?
Volgens het Burgerlijk Wetboek, Boek 3 ‘Goederen’, vallen erfdienstbaarheden met betrekking tot water binnen het eigendomsrecht. Hierbij zijn twee belangrijke aspecten:
Waterafvloeiing tussen percelen
Lager gelegen percelen moeten natuurlijk bronwater ontvangen van hoger gelegen percelen. De waterafvloeiing mag niet worden belemmerd door bouwwerk op het lager gelegen perceel of door een kwantitatieve of kwalitatieve verzwaring op het hoger gelegen perceel.
Bron: Art. 3.129 BW
Regeling voor bronnen
De eigenaar van een bron kan het water voor eigen behoeften (huishoudelijke of agrarische toepassingen) gebruiken, maar mag de loop, de kwantiteit en kwaliteit van het water niet substantieel wijzigen. Het doorgeven van bronwater aan derden is niet toegestaan.
Bron: Art. 3.130 BW
Wat houdt het wettelijk kader in?
Het wettelijk kader van bronnen is terug te vinden in het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, het decreet betreffende het integraal waterbeleid en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De belangrijkste punten worden hieronder opgesomd:
Bescherming van kleine landschapselementen (KLE’s)
Bronnen behoren tot KLE’s. Voor deze KLE’s geldt een zorgplicht, waarbij iedereen maatregelen moet nemen om vernietiging of schade aan bronnen en de natuur te voorkomen. Daarnaast is het wijzigen van bronnen verboden. Bronnen moeten ‘normaal onderhouden’ worden, wat wil zeggen dat het voortbestaan of de werking ervan niet in het gedrang mag komen. Zo mag de waterhuishouding of de waterkwaliteit van een bron niet ongunstig gewijzigd worden.
Bronnen: Natuurdecreet en omzendbrief LNW/98/01
Behoud van het bodemreliëf
Het bodemreliëf rond bronnen mag niet zomaar gewijzigd worden zonder vergunning. Onder bepaalde voorwaarden geldt een vrijstelling van de vergunningsplicht. Zo dient het totale volume van de reliëfwijziging kleiner te zijn dan 30m3 per goed. Ook de hoogte of diepte van de reliëfwijziging moet op elk punt kleiner zijn dan een halve meter.
Bronnen: Art. 4.2.1 VCRO en art. 12/1.1 Vrijstellingsbesluit
Grondwaterwinning
Het oppompen van grondwater moet altijd worden gemeld aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en kan vergunningsplichtig zijn afhankelijk van het volume en het gebruik. Zo is geen vergunning nodig voor een grondwaterwinning die uitsluitend met een handpomp wordt opgepompt. Ook een grondwaterwinning van minder dan 500 m3/jaar (kleinverbruiker) voor huishoudelijke toepassingen is vrijgesteld van de vergunningsplicht.
Bron: VMM