Om jouw privacy te respecteren, maken we géén gebruik van analytische cookies. We maken enkel gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken.

Hoe we met deze informatie omgaan vind je terug in ons privacy- en cookiebeleid.

Deel op facebook
Deel op facebook

Hoe worden de afbakeningen gemaakt?

Via verschillende workshops werd met de  gemeenten gekeken welke delen van de  woongebieden binnen of buiten de kernen  vallen. De concrete afbakeningslijnen kan u  terugvinden in het grafisch plan dat werd  opgemaakt per gemeente. De afbakeningslijnen werden bepaald op  basis van een analyse waar verschillende  afbakeningscriteria werden onderzocht  (zie afbakeningsbundel).

Hoe worden de afbakeningen gemaakt?
Om de afbakeningslijnen concreet te maken zijn verschillende criteria onderzocht rond de harde en zachte ruggengraat.

HARDE RUGGENGRAAT
We selecteren toekomstige woonlocaties op basis van een een duurzame  ontsluiting (goede bereikbaarheid) en de nabijheid van voorzieningen (om vlot  te voorzien in onze levensbehoeften). Volgende criteria hebben impact op de  afbakeningslijn:

  • Bestemmingstoestand: gewestplan, Ruimtelijke uitvoeringsplannen, BPA’s, ...
  • Voorzieningenaanbod en bereikbaarheid.
  • Bestaande bebouwingstypologie.

ZACHTE RUGGENGRAAT
De rivier- en beekvalleien en verschillende natuurgehelen vormen samen een landschappelijke structuur die we moeten behouden, beschermen en versterken. 
Volgende criteria hebben betekenisvolle impact op de afbakeningslijn:

  • De overstromingsgevoelige gebieden en de signaalgebieden.
  • De openruimte gehelen die de belangrijkste boscomplexen, landbouwgebieden en natuurgebieden omvatten. 

Hoe worden de centrumgebieden afgebakend?
De afbakening ‘centrumgebied’ bevindt zich midden in de kern en zal zich niet  baseren op de buitenste grens van de woongebieden. Volgende criteria werden  onderzocht: 

  • De kernwinkelzones, zoals aangeduid in een kleinhandelsvisie of een andere  objectieve bron.
  • Bebouwingstypologie: de zone waar gesloten bebouwing overheerst.
  • De aanwezigheid van bepaalde dorpse voorzieningen.
  • Bepaalde andere ruimtelijk-planologische of beleidsmatige aanduidingen,  bijvoorbeeld ‘woongebied met historisch-cultureel karakter’ of  geïnventariseerde bouwkundige gehelen.

terug

Deel op facebook