Extra info bij het inventariseren van bronnen

Hoe herken je de verschillende types bronnen?

Alleenstaande puntbron:
Een alleenstaande puntbron is een bron waar nabij geen andere bron voorkomt. De bron vormt geen onderdeel van bronnen in serie of een bronzone. 

Bronnen in serie:
Wanneer meerdere bronnen op dezelfde hoogte of trapsgewijs in de buurt van elkaar voorkomen (minstens 3 bronnen op minder dan 150m van elkaar) spreken we over bronnen in serie. Indien je op je bronnenjacht dus meerdere bronnen op dezelfde hoogte in de buurt van elkaar tegenkomt mag je er vanuit gaan dat dit bronnen in serie zijn.

Bronzone:
Een bronzone is een beperkt gebied waar heel wat verschillende puntbronnen dichtbij elkaar voorkomen. Wanneer je heel wat bronnen aan de oppervlakte komen in eenzelfde gebied mag je er vanuit gaan dat je in een bronzone zit.

Vernatting van het landschap:
Een permanente vernatting van het landschap, door grondwater dat verticaal, onder druk aan de oppervlakte uit de bodem komt. We noemen dit een artesische bron of kwel. In bebouwd gebied of in landbouwzones kom je rondom kwel vaak sloten of greppelstructuren tegen om gewassen of bebouwing te draineren. Ook ijzer- of kalkafzettingen kunnen wijzen op kwel. Het is niet altijd aan plantensoorten in de buurt te zien of er kwel aanwezig is maar volgende soorten geven alvast een mogelijke indicatie: dotterbloem, holpijp en bosbies en waterviolier. 

Natuurlijke bron:
Bij een natuurlijke bron komt het bronwater aan de oppervlakte zonder zichtbare hulp of inrichting van menselijke aard. Natuurlijke bronnen zijn daarom ook vaak terug te vinden in bossen, grotere natuurgehelen of landbouwgebied. Je kan natuurlijke bronnen echter ook terugvinden in je tuin of langs de straatkant.

Ingerichte bron:
Bij een ingerichte bron komt het bronwater aan de oppervlakte door een kunstmatig ingrijpen of inrichting van de mens (bv. buis naar drinkbak voor vee, constructie om water in op te vangen, gemetselde bronuitlaat, stenen pijp, ...).